U hoeft voor de bestraling niet te worden opgenomen in het ziekenhuis. Het kan wel zo zijn dat om een andere reden, zoals bijvoorbeeld chemotherapie, opname nodig is.

De radiotherapeutisch laboranten gaan met u mee de bestralingsruimte in. Als het  bestralingstoestel is ingesteld en u juist gepositioneerd bent, verlaten zij de ruimte weer. Met behulp van een camera systeem kunnen zij u in de gaten houden. In sommige gevallen krijgt u via een intercom ademinstructies. Nadat de bestraling is afgelopen komen de radiotherapeutisch laboranten weer de bestralingsruimte binnen om u op te halen.

Bij het instellen van de apparatuur is het toegestaan dat er éénmalig een begeleider van u aanwezig is. Deze begeleider verlaat, samen met de radiotherapeutisch laboranten, de ruimte voordat de bestraling begint.

Nee, we werken niet met een radioactieve bron, maar met een sterke vorm van röntgenstraling. Deze wordt opgewekt met behulp van elektriciteit. Op het moment dat het toestel stopt met stralen is er geen straling meer aanwezig. U kunt dit vergelijken met het aan- en uitzetten van een lamp. U bent dus niet radioactief tijdens of na de bestraling. In het lichaam wordt de straling niet opgeslagen en u bent dus niet gevaarlijk voor uw omgeving.

Nee, de bestraling is niet besmettelijk, u wordt niet radioactief.

Nee, van de bestraling zelf voelt en ziet u niets. Het bestralingsapparaat maakt een zoemend geluid, dit is normaal.

Alleen het bestraalde gebied moet vrij zijn van kleding. De laboranten vertellen u tijdens de behandeling welke kleding uit gedaan moet worden en welke kleding alleen een stukje verschoven hoeft te worden.

Bij een bestraling van de borst moet bijvoorbeeld de bovenkleding inclusief de BH uitgetrokken worden. Veel vrouwen vinden het prettig om dan eerst een hemdje aan te houden, deze moet dan op het toestel naar beneden gedaan worden. (een sjaal is ook heel goed mogelijk)

Er mag eenmalig iemand mee kijken bij de bestraling. Deze persoon zal het een en ander uitgelegd krijgen tijdens het instellen van de bestralingapparatuur en verlaat de ruimte voordat de bestraling begint. Bij de voorbereidende werkzaamheden op de CT-scan is het niet mogelijk dat er iemand mee kijkt.

Bij de gesprekken met de radiotherapeut tijdens de behandeling kan er natuurlijk wel iemand mee komen.

Nee, de berekende bestralingsdosis wordt altijd nagerekend door meerdere deskundige personen. De bestralingstoestellen zijn dusdanig gemaakt dat zij alleen straling kunnen geven als alle waardes kloppen. Als de voor u bepaalde dosis is gegeven, slaat het toestel automatisch af.  De toestellen worden regelmatig door deskundige mensen gecontroleerd en onderhouden.

U kunt normaal eten en drinken. In sommige gevallen is het nodig bepaalde voedingsmiddelen te vermijden of speciale dieetmaatregelen te nemen. Dit zal van te voren met u besproken worden door uw radiotherapeut. Indien nodig heeft het RIF een eigen diëtist die u kan begeleiden.

Het is niet nodig om bij een normaal voedingspatroon extra vitamines in de vorm van supplementen te nemen, in sommige gevallen kan dit zelfs nadelige effecten hebben voor uw behandeling. Heeft u vragen hierover? Overleg dit dan met uw radiotherapeut. 

De bestraalde huid kan geïrriteerd worden door de bestraling. We raden het gebruik van een scheermesje in dat gebied dan ook af. Desgewenst kan u gebruik maken van een tondeuse of elektrisch scheerapparaat.

Alcohol, mits in bescheiden hoeveelheid, heeft geen nadelige invloed op de behandeling.

Bij sommige medicijnen mag geen alcohol gebruikt worden. Het is verstandig dit met de behandelend arts te bespreken.

Bij een bestraling van de mond, keel of borstholte waarbij de slokdarm wordt geraakt is het niet verstandig om alcohol te gebruiken. Dit wordt dan ook afgeraden.

Zolang u geen huidreactie heeft van de bestraling mag u gewoon zwemmen. Alleen als u geen tatoeage puntjes, maar inktlijnen heeft gekregen (bij kortdurende behandelingen) raden we zwemmen af omdat het risico bestaat dat deze van de huid verdwijnen.

U mag gewoon deodorant gebruiken. Echter soms word de okselhuid mee bestraald  waardoor deze kan gaan irriteren. Het beste kunt u dan kiezen voor een neutraal product zonder alcohol.

U mag gewoon douchen en u mag dezelfde producten gebruik die u gewend was.

Zolang u geen huidreactie heeft van de bestraling mag u gewoon in bad. Alleen als u geen tatoeage puntjes, maar stiftlijnen heeft gekregen (bij kortdurende behandelingen) raden we in bad gaan af omdat het risico bestaat dat deze van de huid verdwijnen.

Zolang u geen huidreactie heeft van de bestraling mag u gewoon gebruik maken van de sauna. Alleen als u geen tatoeage puntjes, maar stiftlijnen heeft gekregen (bij kortdurende behandelingen) raden we in de sauna gaan af omdat het risico bestaat dat deze van de huid verdwijnen.

De bestraalde huid is extra gevoelig voor de zon. Ook tijdens de bestraling gelden de algemene adviezen voor wat betreft veilig zonnen. We raden u daarnaast aan om de bestraalde huid te bedekken met kleding en/of zonnebrandcreme met hoge factor te gebruiken.

Wilt u weten welk deel van de huid bestraald wordt? Informeer ernaar bij de radiotherapeutisch laboranten op het bestralingstoestel of bij uw radiotherapeut. Ook na de bestraling blijft de huid nog lange tijd gevoelig voor de zon, overleg met uw radiotherapeut welke maatregelen u moet nemen.

Roken verminderd het effect van radiotherapie en kan daarnaast ook zorgen voor het verergeren van de bijwerkingen. Wij raden u dan ook af te roken tijdens de behandeling. Bespreek uw rookgedrag met uw radiotherapeut .

Bewegen is altijd goed om te blijven doen. U kan tijdens de behandeling gewoon blijven sporten zoals u gewend was. Soms treden er bijwerkingen zoals vermoeidheid op waardoor sporten moeilijker gaat, dan is het belangrijk om goed naar uw lichaam te luisteren en wellicht de intensiteit te verminderen.

Neem bij vragen contact op met uw radiotherapeut

Radiotherapie heeft geen invloed op uw rijvaardigheid. Wel is het zo dat u na verloop van tijd sneller vermoeid kan raken. Algemeen wordt afgeraden om vermoeid een voertuig te besturen. 

Heeft uw neuroloog of een andere behandeld specialist u voorgelicht dat u vanwege uw ziekte niet mag autorijden, dan geldt dit ook tijdens de radiotherapie. 

Het kan zijn dat u ook medicijnen krijgt die mogelijk wel de rijvaardigheid negatief beïnvloedden, overleg in dat geval met uw apotheker.

Ja dat mag. Het kan echter wel zo zijn dat u zich van sommige vaccins niet zo goed gaat voelen. Het is wel van belang dat u geen bestraling overslaat. U zou daarom ervoor kunnen kiezen om de vaccinatie uit te stellen tot na de bestralingen.

Krijgt u naast bestralingen ook chemotherapie, overleg dan met uw medisch oncoloog.

U kunt tijdens uw behandeling uw normale huidverzorgingsproducten blijven gebruiken. Sterk geparfumeerde producten en producten met alcohol geven wel een grotere kans op huidirritatie. Preventief smeren om bijwerkingen te voorkomen heeft geen toegevoegde waarde. Mocht u last krijgen van irritatie, neem dan contact op met uw radiotherapeut oncoloog.

De bestraling wordt in principe ingepland op doordeweekse dagen en niet in het weekend en/of feestdagen. Bij feestdagen die op een doordeweekse dag vallen, wordt per patiënt bepaald of u wel of niet bestraald moet worden. Het kan voorkomen dat u wel op een feestdag wordt bestraald of dat deze bestraling wordt ingehaald in het weekend.

Als u wordt bestraald op een plek waar haar groeit, dan kan dat uitvallen. Dit gebeurt alleen op de plek die bestraald wordt. U kunt bijvoorbeeld van een bestraling op de prostaat niet kaal worden op het hoofd.

Mocht u hier vragen over hebben, stel deze dan aan uw radiotherapeut.

Uw radiotherapeut licht u voor over de specifieke bijwerkingen van uw bestraling.

Misselijkheid kan optreden wanneer de maag, lever of een groter gedeelte van de darmen in het bestralingsgebied ligt en kan ook voorkomen bij bestraling op de hersenen. 

Heeft u klachten? Meld dit dan bij uw bestralingsafpraak aan de radiothapeutisch laborant of bij uw radiotherapeut.